Apotheek
Het is precies kwart over één, als ik de deur van de lokale apotheek open zwaai.
Drie klanten kijken op en staren me als stokstaartjes aan, om erna hun hoofden
weer af te wenden. Iets wat mensen vaak onbewust doen, dat staren. Vandaag
irriteert het me zoals bijna alles me irriteert. Ik heb mijn dag niet en ik heb
haast, de saus om alles nog een tikkie vervelender te maken.
Als ik na een paar
seconden heb gescand in welk tempo de medewerkster achter de balie bezig is met
een klant, zakt me de moed in de schoenen. De klok die veel te prominent aan de
muur hangt tikt harder dan nodig en de vrouw naast me staat zo dichtbij dat ik stiekem
verlang naar de Coronatijd. Ondanks dat we met z'n vieren staan te wachten,
vind de medewerkster het nodig om toch nog wat small talk met meneer te houden.
Vervolgens hoor ik haar nog uitgebreid zijn contactgegevens doornemen en
herkauwen. Wat nou, AVG? Terwijl de donderwolk boven mijn hoofd groeit, zie
ik dat het alweer bijna half twee is. In mijn aanwezige kwartier is er geen
enkele medewerker van het theekransje op de achtergrond met het idee gekomen even
bij te springen. De telefoon blijft maar rinkelen en uiteraard niet met een
subtiele tringeling, maar met het geluidsniveau van een drilboor. De rij groeit
harder als mijn fronsrimpel.
Eindelijk sluit een medewerker aan om te helpen. Ik geef haar mijn
herhaalrecept en zeg dat ik mijn medicatie kom ophalen. "Jaaaa maar mevrouw, dit
briefje wil nog niet zeggen dat ze voorradig zijn hé, deze moeten we toch echt
eerst bestellen hoor." En daar voel ik 'm opkomen. De tornado die zich in de
afgelopen twintig minuten vanuit mijn onderbuik tot aan mijn keel naar boven
heeft gewurmd, om er nu als een verbale diarree uit te barsten. Ik verlies ter
plekke mijn 'cool' en maak de medewerkster in een minuut iets te duidelijk dat
ik al zeven jaar discussies voer in deze apotheek, er ondertussen met tegenzin
naartoe kom en ik de manier van communiceren allesbehalve fijn vind, gezien ze me
elke keer onnodig op de spits drijven met de intro van "er is geen voorraad''
en de outro van "sorry, er ligt een hele berg''. Om daar nog bij op te tellen
dat je er elke keer een half uur van je levensduur verliest en in dat half uur meer
overprikkeld raakt dan in de gemiddelde indoor speeltuin.
Ze verontschuldigd
zich voor haar slechte begin en geeft dan aan dat het ook niet de bedoeling kan
zijn dat ik al zeven jaar discussies moet voeren. Ze stelt voor om me op een
lijstje te zetten waarmee de meds om de paar maanden automatisch worden besteld en ik
dan ook nog structureel een mailtje ontvang wanneer ze klaar liggen. Ik bedank haar voor
deze fantastische oplossing en loop in mijn adrenalinerush enigszins beschaamd weer
naar buiten, langs een hele rij van stokstaartjes.
Terwijl ik naar huis rij, bedenk ik me verbaasd dat het dus blijkbaar nog zin
heeft ook, om zo kwaad te worden. Ik weet niet of ik dat verontrustend of
openbarend moet vinden. Ik word niet zo snel echt kwaad. Ik maak het sommetje dat daar
zeven jaar en in totaal zo'n 25 apotheek bezoeken voor nodig waren. Als je je
bedenkt dat zeker 80% daarvan hetzelfde verliep, kan ik voor mezelf weer rechtbreien
dat wat me zonet is gebeurd, zeker geen misdaad is. Heel misschien had het ook weer niet per sé gehoeven. Maar
ach. Het was best eens lekker.
/ Smoon